IK ZIE JOU, ZIE JIJ MIJ? (MAAR WIL JE MIJ OOK ZIEN?)

Vandaag liep ik bij het liftplein van de C-toren. Vanuit mijn ooghoeken zag ik een oudere man zoekend om zich heen kijken. Ik vroeg hem of ik hem kon helpen. Hij vertelde dat hij op zoek was naar de afdeling Radiotherapie. Ik vroeg meneer of hij het prettig vond als ik met hem mee liep naar die afdeling. “Erg graag zelfs, ik kan altijd zo moeilijk de weg vinden hier”, luidde zijn antwoord.

Onderweg raakten we aan de praat. Ik kwam erachter dat meneer voor zijn eerste bestralingsbehandeling kwam. Terwijl we aan het praten waren, keek hij me plotseling aan en vroeg “is dit uw werk om met mij mee te lopen?”. M.a.w. : is dit een verplichting of doet u dit uit u zelf? Ik zei “ik werk inderdaad in dit ziekenhuis, maar ik hoop dat als ik ooit zelf ergens aan het zoeken ben, ik iemand tegen kom die mij ook op weg helpt.”

We waren het er beiden over eens dat de vanzelfsprekendheid van elkaar een helpende hand bieden een grote oorsprong heeft bij onze opvoeding. Meneer vertelde dat zijn kleinkinderen in een totaal andere wereld leven waar dergelijke, misschien wel simpele normen en waarden, zoals de kernwaarde gastvrijheid met de daaruit afgeleide normen: gedag zeggen, deur open houden, de weg wijzen etc., steeds meer naar de achtergrond verdwijnen. Ik liet hem weten dat ik mijn kinderen (21 en 18) min of meer met dezelfde normen en waarden heb opgevoed die mij door mijn ouders zijn meegegeven. Maar dat de veranderde tijd waarin zij leven hier toch een andere draai aan geven.

Ons ziekenhuis biedt vernieuwende, toonaangevende behandelingen die beantwoorden aan de zorgbehoeften van nu en in de toekomst. Iets waar ik als medewerker trots op ben. Ver onder die medische vernuftigheid zit echter een belangrijke basis. De basis van ons zijn; gezien en gehoord worden. Al dan niet ongevraagd. Ook de meest succesvolle specialisten kunnen niet op hun toppen functioneren als zij zich niet gehoord, gesteund, gewaardeerd en gezien voelen. Een wisselwerking die eigenlijk zo eenvoudig is. Of lijkt? Goedemorgen tegen een collega, bezoeker of patiënt in de wandelgangen; met een glimlach. Wat levert het op? Mij best veel. Ik word er zelf blij van. Een manier om endorfine aan te maken is lachen. Wanneer je 3 minuten je mondhoeken op trekt, geven je hersenen al de eerste signalen voor de aanmaak van endorfine. Endorfines lijken op opiaten in hun vermogen om pijnstilling te veroorzaken, evenals een gevoel van welbevinden en geluk. En dat zomaar gratis!

Aangekomen bij de afdeling Radiotherapie geef ik meneer een hand en wens hem veel sterkte bij de behandeling en bedank hem voor onze kennismaking. Meneer bedankt mij eveneens en schenkt me een grote glimlach. En die glimlach is mijn motivatie voor de rest van de dag. Ik ben blij en ik weet dat meneer ondanks de spanning voor de eerste bestralingen, deze behandeling start met een toch enigszins fijn gevoel.
Ik zag hem en hij zag mij…